FAQ

Team Amsterdam is een gezamenlijke campagne van alle Amsterdamse basisscholen (inclusief Diemen, Duivendrecht en Weesp) om externe inhuur van personeel af te bouwen en te investeren in vaste teams.

Alle schoolbesturen aangesloten bij BBO Amsterdam ondersteunen deze campagne. Kijk hier voor een overzicht van de aangesloten besturen.

Alle basisscholen in Amsterdam bouwen gefaseerd de externe inhuur van zzp’ers en uitzendkrachten af. Elk bestuur rapporteert jaarlijks de voortgang aan BBO.

Het Amsterdamse primair onderwijs wil stoppen met de inhuur van extern personeel, zoals zzp’ers en uitzendkrachten, om meer stabiliteit, kwaliteit en kostenbeheersing in het onderwijs te realiseren.

Het nieuwe beleid heeft als doel om stabiele en betrokken schoolteams te vormen, de kwaliteit van het onderwijs te verhogen, middelen efficiënter in te zetten en taken eerlijker te verdelen. Daarnaast wordt gewerkt aan kostenbeheersing, meer solidariteit binnen teams en een aantrekkelijker werkklimaat voor onderwijsprofessionals in Amsterdam.

De belangrijkste risico’s zijn een tekort aan flexibele vervanging en mogelijke negatieve beeldvorming. We nemen maatregelen om deze risico’s zoveel mogelijk te beperken, zoals investeren in het opleiden van nieuwe collega’s, open communicatie, goede planning en het actief monitoren van de effecten.

Hoewel er op dit moment geen expliciete landelijke regelgeving is die het gebruik van externe inhuur beperkt, sluit het beleid van Team Amsterdam aan bij bredere zorgen in het onderwijsveld en ontwikkelingen rond de Wet DBA.

Er is ruim een jaar de tijd genomen om de koers zorgvuldig te bepalen en verschillende alternatieven te onderzoeken, maar het gefaseerd afbouwen van externe inhuur bleek het meest duurzaam en effectief.

Het nieuwe beleid bevordert stabiliteit doordat leraren en ondersteunend personeel in vaste dienst komen, wat leidt tot langdurige samenwerking en een hechter teamverband. Dit zorgt voor meer continuïteit in het onderwijs en betere begeleiding van leerlingen. Solidariteit groeit doordat alle teamleden onder gelijke voorwaarden werken en gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de schoolontwikkeling. De kwaliteit van het onderwijs neemt toe doordat er structureel kan worden geïnvesteerd in professionele ontwikkeling, onderlinge afstemming en het opbouwen van expertise binnen het team.

De implementatie van het nieuwe beleid start in de zomer van 2025. Op basis van een nulmeting stelt ieder schoolbestuur een eigen afbouwscenario op dat is afgestemd op de mate van huidige afhankelijkheid van externe inhuur. Omdat de situatie per school sterk verschilt wordt maatwerk toegepast.

Er is gekozen voor een gefaseerde afbouw van de externe inhuur om een zorgvuldige en haalbare overgang naar vaste schoolteams te waarborgen. Deze aanpak geeft scholen de tijd, ondersteuning en middelen om de verandering goed te organiseren, zonder dat dit ten koste gaat van de dagelijkse onderwijskwaliteit.

Het nieuwe beleid wordt breed gecommuniceerd via de Team Amsterdam-website, sociale media berichten vanuit besturen en scholen, nieuwsbrieven, advertenties, video-interviews en een persbericht. Daarnaast vinden informatieve bijeenkomsten plaats om vragen te beantwoorden en het gesprek aan te gaan.

Voor leerkrachten die al in dienst zijn, verandert er inhoudelijk niets aan hun functie. Wel wordt verwacht dat het beleid op termijn leidt tot minder werkdruk, doordat taken eerlijker verdeeld worden over het gehele team in plaats van over een beperkte vaste kern.

De functies en takenpakketten blijven ongewijzigd. Het beleid richt zich op de samenstelling en stabiliteit van het team, niet op de inhoud van de functie.

Het nieuwe beleid betekent vooral meer rust, continuïteit en kwaliteit voor zowel ouders als hun kinderen. Doordat scholen minder afhankelijk zijn van tijdelijke krachten, zijn er minder wisselingen in het team. Dat zorgt voor vertrouwde gezichten voor de klas en sterkere doorgaande lijnen in de ontwikkeling van leerlingen.

Ouders worden geinformeerd over hoe de veranderingen bijdragen aan een stabieler onderwijsklimaat.

We onderzoeken of het haalbaar is om ADAM Onderwijs een centrale vervangingspool voor het gehele Amsterdamse onderwijs te laten zijn.

Via het principe ‘pas toe of leg uit’: tijdelijke afwijkingen zijn mogelijk mits goed onderbouwd en gericht op een structurele oplossing.

De voortgang van het beleid wordt actief gemonitord via maandelijkse rapportages en halfjaarlijkse evaluaties. Deze momenten helpen om knelpunten, verschillen tussen scholen of vertragingen tijdig te signaleren.

De benodigde investeringen zijn vooral eenmalig, zoals overnamevergoedingen voor externe krachten en kosten voor communicatie, zoals de campagne, website en ondersteuningsmateriaal.

Het succes wordt gemeten aan de hand van indicatoren zoals de afname van commerciële inhuur en de toename van personeel in vaste dienst. Daarnaast wordt gekeken naar kwalitatieve signalen, zoals tevredenheid onder medewerkers en de ervaren continuïteit binnen teams.

Scholen worden actief met elkaar verbonden om samenwerking en kennisdeling te stimuleren. Zo kunnen ze gezamenlijk inspelen op personele uitdagingen en ontstaat er meer solidariteit en mobiliteit tussen de scholen.

Besturen die structureel afwijken van de afspraken worden daarop aangesproken binnen het samenwerkingsverband. Het doel is niet om te bestraffen, maar om samen de gedeelde ambitie te bewaken en ondersteuning te bieden waar nodig.

De GMR moet instemmen met wijzigingen in het vervangingsbeleid volgens de wettelijke regels.

Voor scholen betekent het nieuwe beleid meer stabiliteit binnen het team, minder afhankelijkheid van externe inhuur en ruimte om structureel te investeren in de kwaliteit van onderwijs en personeel.

Scholen die momenteel nog sterk afhankelijk zijn van externe leerkrachten krijgen de ruimte en ondersteuning om deze overgang op een verantwoorde manier vorm te geven.

Er wordt actief gewerkt aan het voorkomen van personeelstekorten door te investeren in de instroom en het behoud van medewerkers. Zo worden zij-instromers opgeleid, stagiaires intensief begeleid en vinden er gerichte wervingsinspanningen plaats. Daarnaast is het streven om zoveel mogelijk huidige uitzendkrachten in vaste dienst te nemen.

In uitzonderlijke gevallen is tijdelijke externe inzet toegestaan, mits er een concreet verbeterplan is.

Voor deze leraren verandert er op zeer korte termijn niets. De afbouw van externe inhuur gebeurt gefaseerd, wat betekent dat zij ook komend schooljaar nog op hun huidige school kunnen blijven werken. Tegelijkertijd worden zij actief benaderd en uitgenodigd om in loondienst te treden bij het schoolbestuur, met het oog op een duurzame samenwerking.

Leerkrachten die nu extern werken, krijgen de mogelijkheid om in vaste dienst te treden bij de scholen. De overname is deels afhankelijk van de voorwaarden die de uitzendbureaus hanteren.

Team Amsterdam investeert in het aantrekken én behouden van leerkrachten door middel van betere arbeidsvoorwaarden, loyaliteitsbonussen en gerichte wervingscampagnes.

Je kunt voorlopig blijven werken, maar je wordt uitgenodigd om een vast dienstverband aan te gaan.

Ja, maar alleen tijdelijk en onder strikte voorwaarden. Het doel blijft vaste dienstverbanden voor iedereen.

Absoluut. In Amsterdam wordt al breed ingezet op het betrekken van andere onderwijsprofessionals. Veel scholen werken samen met pabo’s om studenten op te leiden, en sinds 2020 wordt er stads breed gewerkt aan het opleiden van zij-instromers. Daarnaast zijn er op diverse plekken in de stad onderwijsassistenten en hybride leerkrachten actief, en wordt – waar nodig – ook gewerkt met onbevoegden die onder begeleiding onderwijs verzorgen. Deze variatie aan professionals draagt bij aan het opvangen van tekorten en het versterken van teams.

Er wordt ingezet op meer flexibiliteit binnen vaste contracten, met maatwerk in werkuren, inzetperiodes en persoonlijke voorkeuren. Daarnaast zijn we als besturen binnen het BBO al jaren actief zelf nieuwe collega’s aan het opleiden met onze zij-instroom en doorstroomprogramma’s.

Flexibiliteit wordt gewaarborgd door maatwerk in taken, werktijden en inzetperiodes. Scholen bieden ruimte voor persoonlijke voorkeuren, zoals deeltijdwerk en flexibele roosters. Daarnaast ondersteunt het personeelsbeleid leerkrachten die behoefte hebben aan meer balans en autonomie.